Start de rit
De autosleutel ligt in het dashboardkastje.
Als de auto is aangesloten op een laadpaal, ontkoppel je deze door de laadsleutel (aan de sleutel in dashboardkastje) tegen de lezer van de laadpaal aan te houden.
Om de laadkabel uit de auto te kunnen halen, druk je op het knopje "openen" van de autosleutel (ook als de auto al open is). De auto laat dan de laadkabel los en deze kun je er dan uit halen.
Blijft de laadkabel vastzitten in de auto? Druk dan links naast het stuur op het knopje met de laadkabel erop. De laadkabel zou dan los moeten komen.
Neem de laadkabel altijd met je mee, berg hem op in de kofferbak.
Trap de voetrem in.
Druk op de ronde startknop (rechts van het stuur).
Na het starten zet je de versnellingshendel in stand D of R. Zodra je de rem loslaat, begint de auto te rijden.
Standen:
R = achteruit rijden
N = neutraal / vrij
D = vooruit rijden
P = parkeren